HET HOF VAN PROVEN
Het "Hof van Proven" is een monumentale hoeve, die met haar huidige voorkomen nog steeds getuigt van het enorme historische belang van deze site. De huidige gebouwen gaan in kern tot de 16de en de 17de eeuw terug. De benaming van de hoeve deed haar intrede omstreeks 1501, als Jan van Gistel, Heer van der Mote en van Proven, de bezitting door huwelijk in handen krijgt. Ook gekend als "Hof van Varssenaere" of "Groot Proven".
Het "Hof van Varsenare" en het "Hof van Straten" (cf. Hof van Straten nrs. 1-1A) zijn de twee belangrijkste heerlijkheden die op het grondgebied van Varsenare bestonden. Het "Hof van Varsenare" is verbonden aan het geslacht van Varsenare, dat binnen het Brugse Vrije steeds belangrijke posities bekleedde. De oorsprong van het Hof van Varsenare zou volgens de bestaande literatuur wellicht te situeren zijn in de versterkingsreeks die ca. 862 langs de Oudenburgsweg werden opgericht tegen de invallen van de Noormannen. Het werd dus wellicht opgericht als slot in de vroege middeleeuwen, en verbouwd door de Heren van Varsenare in de 13de eeuw. In die tijd deed het zich voor als een opperhof-neerhofsite, met een zware vesting omgeven, en toegankelijk via een ophaalbrug met versterkte voorpoort die nu nog deels bewaard is. Vanaf de 16de eeuw is het hof eigendom van de familie van Gistel, Heren van Proven. De kaart die Pieter Pourbus in 1571 schilderde van het Brugse Vrije, laat het goed zien als een zeer grote rechthoekige omwalde site met kasteel bekroond met een toren, en ten zuiden daarvan een drietal gebouwen; een schuin tracé verbindt de site met de dorpskern.
Na zware vernielingen tijdens oorlogen in de Spaanse tijd, erft Jean (Alexander) van Gistel het hof ca. 1600 en laat het volledig herstellen tot "Het voortreffelijk kasteel van den heer van Provene" zoals vermeld en afgebeeld in "Verheerlykt Vlaandre" van Anthoni Sanderus van 1641. Alle weerbare elementen werden verbannen, maar het geheel bleef er met slotpoort en walgrachten nog uitzien als middeleeuwse burcht.
Omstreeks 1750 werd het geheel als hoeve ingericht. Een niet zeer precieze, ongedateerde, maar wellicht begin-18de-eeuwse kaart uit het Stadsarchief van Gent, geeft twee parallelle bakstenen hoofdvolumes met zadeldaken weer op een omwald vierkant erf. Op de kaart van Ferraris (1771-1778) wordt het "Proven Casteel goet" afgebeeld als een groot vierkant, omwald erf met ruime boomgaard, waarop centraal een los gebouw en in de zuidwesthoek een groot L-vormig volume. Aan de hand van dit kaartmateriaal is dus niet uit te maken of de L-vormige stal teruggaat tot een 17de- dan wel een eind-18de-eeuwse bouwfase. Hof van Proven kwam in 1779 in het bezit van Pieter-Jacobus de l'Espée. Het Primitief Kadasterplan van 1834 laat ons dezelfde opstelling zien op het vierkante omwalde erf; het goed is op dat moment eigendom van Joannes Van Ockerhout, en het bestaat uit een poortgebouw bij de westelijke ingang, een centraal gelegen huis met ten oosten daarvan een klein volume (zomerkeuken ?), het L-vormig volume van stal en schuur in de zuidwesthoek, en tussen huis en schuur een klein vierkant volume (bakhuis ?). In de jaren 1870 laat Leon Van Ockerhout het bakhuis tussen de twee hoofdvolumes afbreken. In 1919 komt het Hof van Proven door een huwelijk in het bezit van de familie van Caloen.
Het "Hof van Proven" is een historische hoeve met losse bakstenen bestanddelen op een groot, vierkant erf met een monumentale omwalling. De brede walgracht is in de noordwesthoek intact bewaard, afgezoomd met o.m. knotwilgen en aan straatkant aansluitend op een imposante poortdoorgang. Vóór het poortgebouw staan twee grote lindes, een kerkwegel aan de overkant van de straat geeft sinds de 16de eeuw de kortste weg naar de dorpskern aan. Onverhard erf, deels begraasd, met mestvaalt in de binnenhoek van het L-vormige stal- en schuurvolume, en een opmerkelijke, zeer oude linde ten zuiden van het bakhuis.
Rood bakstenen poortgebouw met natuursteen voor de onderbouw, de hoekneggen, de schietgaten en de omlijsting van de tudor-boogvormige poortdoorgang. Deze poortdoorgang gaat terug op het twee bouwlagen tellende, met zadeldak afgedekte poortgebouw dat op de illustratie van Sanderus is weergegeven. Het gebouw werd verlaagd, en gereduceerd tot een muur met poortdoorgang waarachter twee smalle zijgebouwen onder lessenaardak. Het wapenschild van de Heren van Gistel dat oorspronkelijk boven de poort zat, siert nu de zijpuntgevel van het woonhuis.
Ten zuiden aansluitend bij de poort, het L-vormige volume met stal (west) en schuur (zuid). Smalle bakstenen stalvleugel aan de straatkant, gevat onder geknikt zadeldak (nok // straat, Vlaamse pannen) met klimmend dakvenster. Verschillende baksteensoorten, talrijke bouwnaden, met natuursteen gemarkeerde schietgaten en onregelmatig geplaatste ankers, wijzen op een erg complexe bouwgeschiedenis. Het volume gaat mogelijk terug op een deel van de L-vormige structuur op de afbeelding van Sanderus uit 1641, temeer enkele bouwsporen lijken overeen te komen met de rondbogige deur- en vensteropening op de tekening. Opmerkelijke zuidpuntgevel met drie metselaarstekens in de gevelpunt, in zwarte baksteen. Noordpuntgevel aansluitend bij de achterbouw van het poortgebouw. De erfgevel van de stal is afgelijnd met een bakstenen stoep en is gestut door steunberen. Een opmerkelijke, lage, korfbogige staldeur links, met hardstenen stoep. Verder, segmentbogige stalvensters en recentere rechthoekige deuren, klimmend dakvenster.
Schuurvolume ten zuiden van het erf, door een lage tussenbouw met schietgat L-vormig bij de stal aangesloten. Kan eveneens gelinkt worden aan de tekening van het Hof van Proven in de publicatie van Sanderus (1641). Bakstenen volume van zes traveeën onder pannen zadeldak (mechanische pannen); groot baksteenformaat, gebinten met telmerken. Enkelvoudige dwarsschuur met schuurpoorten tot onder de dakrand. Langsgevel aan straatkant met luchtgleuven, rechthoekige deuren en poort aan erfzijde. Westelijke zijtuitgevel met muurvlechtingen en aandak. Tegen de oostelijke zijpuntgevel werd in 1938 een tweevoudig wagenhuis aangebouwd onder zadeldak met dakschild. Aan oostzijde, beplankte aanbouw. In de binnenhoek van schuur en stal, een mestvaalt.
Het boerenhuis is gelegen ten noorden van het erf, en heeft een met een bakstenen muurtje omheinde stoep. Baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok haaks op straat), bestaande uit vijf traveeën + twee opkamertraveeën onder een zadeldak met hogere nok. Ten noordoosten aansluitend, de oorspronkelijke lagere bakstenen paardenstal onder zadeldak, nu in gebruik als dubbele garage.
De drie zijtuitgevels van het woonhuis worden gekenmerkt door aandaken en muurvlechtingen. De zuidwestelijke zijpuntgevel, die te zien is vanaf de straat, is doorbroken met een rechthoekige deuropening, sinds de opsplitsing van het huis in twee woongedeelten. Tussen de twee rondbogige zoldervensters, is het natuurstenen wapenschild van de familie Van Gistel geplaatst, dat oorspronkelijk op het poortgebouw aangebracht was. Witgekalkte erfgevel met gepekte plint, rechthoekige muuropeningen waarvan (behalve in de twee linkse traveeën) het 19de-eeuwse, wit-rood geschilderd schrijnwerk is bewaard: beluikte vensters, kleine roedeverdeling, diefijzers in de opkamervensters, deur met gedeeld en betralied bovenlicht. De achtergevel van het woonhuis is in rode, onbeschilderde baksteen en heeft een vrij gesloten karakter, met een klein venstertje in de hoogkamer, en twee keldervensters, laaghuis met één rechthoekig venster en een aanbouw onder plat dak die wellicht dateert uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
Het interieur van het woonhuis bevat in het laaghuis een mooie schouw met 16de-eeuswse natuurstenen schouwmantel met peerkraalmotief. Andere ruimtes konden niet bezocht worden, maar de opkamer bevat naar verluidt een kleinere, gelijkaardige schouw; de kelder zou uit twee naast elkaar liggende tongewelven bestaan.
Ten noordoosten van het woonhuis, kleinere aan elkaar gebouwde bakstenen volumes met pannen zadeldaken. Meest noordelijke gebouw is een zomerkeuken met bakoven, die minimaal begin-19de-eeuws is. De andere gebouwen werden ca. 1938 toegevoegd. Ten zuiden hiervan, een mooi bakstenen, bepleisterd hondenhok met conisch dakje.