CATHILLEWEG




ONROEREND ERFGOED

Klik hier om de lijst van het onroerend erfgoed te Jabbeke, zoals beschreven in 2012, te consulteren.



De Cathilleweg is de centrale, maar verstilde weg waarlangs het dorp Stalhille zich heeft ontwikkeld, met als historische straatnaam 'den Dyckwech'. Pas bij de fusie van de gemeenten in 1977 werd dit de Cathilleweg genoemd. De huidige straatnaam is volgens Van Eenoo genoemd naar een historische hoeve 'Hof Catshille' in Jabbeke, waar deze straat ooit naartoe leidde. Desmedt argumenteert dat de straat is genoemd naar de 'Cadtshillemolen' op het einde van de Cathilleweg aan de noordzijde van de huidige Oostendsesteenweg.

Langs de Cathilleweg bevinden zich de belangrijkste gebouwen van het dorp, waaronder de in kern vroeggotische Sint-Jan-de-Doperkerk en de pastorie, die in 1974 door architect F. Lanszweert (Aartrijke) werd gebouwd ter vervanging van de minimaal begin 18de-eeuwse pastorie tegenover de kerk.

De gemeenteschool werd opgetrokken in 1874 volgens hetzelfde plan en bestek als de gemeentescholen in de naburige gemeenten Snellegem, Zerkegem en Varsenare naar een ontwerp van provinciaal bouwmeester Pierre François Buyck (Brugge).

Op de nummers 82-82a vinden we de gebouwen van de vrije basisschool en het klooster van de Zusters der Heilige Kindsheid uit Ardooie, respectievelijk in 1936 en 1949 gebouwd.

De oudste gebouwen langs de Cathilleweg zijn echter hoeves. De hoeve met beschermde 19de-eeuwse rosmolen op nummer 6, klimt wellicht op tot 1478. Andere hoeves die op begin 18de-eeuwse kaarten worden weergegeven zijn de nummers 3, 118 en 159.

Het straatdorp bevat tevens gebouwen die terug gaan op de drie brouwerijen die het dorp kende, de nummers 11, 91 en 93. Een houten staakmolen die sinds de 15de eeuw steeds in de Cathilleweg aanwezig was ten zuiden van de kerk, werd in 1929 gesloopt.

LOOTENS' ROSMOLEN

Langs de Cathilleweg 6 vinden we deze hoeve met op het dak het jaartal 1610. Er mag verondersteld worden dat de woning in dat jaar een grondige verbouwing heeft ondergaan. De hofstede komt immers reeds in 1478 in de documenten voor. In 1610 herbouwde Paeys de woning: getuige hiervan de inscriptie 'Paeys Hope, Dhope Van Paeys heeft My herbouwt MDC.X'.

De geklasseerde achthoekige rosmolen op het erf trekt echter onmiddellijk de aandacht. Een rosmolen werd vroeger gebruikt voor het malen van grof veevoeder. Paarden werden vastgemaakt aan de uiteinden van de staartbalk of aandrijfboom die verbonden was met een kopje - aan de top van de molen - dat kon meedraaien. Zo stelde de rondlopende paarden de molenstenen binnenin in werking. Per uur kon wel 250 tot 300 kg graan gemalen worden. De rosmolen zelf werd gebouwd in 1852.

HERBERG HET VRIJE

De huidige Cathilleweg 1 is sinds 1974 woning, gieterij en expositieruimte voor kunstenaar Hubert Minnebo. Als voormalige woning en magazijnen van een graanhandelaar is het een onderkelderd breedhuis. De woonplaats heeft echter een vrij lange en indrukwekkende geschiedenis. Hier stond ooit een 'conde garde', tijdens de strijd van Lodewijk XIV tegen de Noordelijke Nederlanden. Na de oorlogsperikelen uit die periode kwam hier een herberg, het Vrije. Ze was goed gelegen bij de aanlegplaats van kleine rivierschepen die hier een loskade hadden aan beide oevers van de Vaart.

HERBERG SINT-ANTONIUS

De Cathilleweg nummer 91 was ooit de brouwerij en herberg Sint-Antonius. Al werd de huidige woning pas in 1902 gebouwd door koopman Hendrik Lippens, de geschiedenis van deze bewoning gaat terug voor 1478. Dan is er sprake van 'van aloude tyden gehaempt Sint Antheunis'. Voor 1902 was het een brouwerij. Deze bedrijfsgebouwen op het achterliggende terrein werden in 2006 afgebroken.

HERBERG DE DRIE KONINGEN

Ook de herberg de Drie Koningen heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot 1478 en daarvoor. Deze herberg was eveneens in de dorpskom van Stalhille gelegen, hedentendage Cathilleweg 94. Vanaf 1841 was het zeker ook een brouwerij onder de familie Van Huele, die vier generaties brouwers leverde. In 1929 werd het brouwershuis verkocht aan Richard Vandenbroucke, die een paardenfokkerij had. BROUWERIJ DEN HOORN

Cathilleweg nr. 11. Gebouwen van de voormalige brouwerij "Den Hoorn", bestaande uit de brouwerswoning aan straatkant en de achterliggende brouwerijgebouwen gebouwd ca. 1893 voor brouwer Alexander De Ridder. De brouwerij werd uitgebreid in 1897 en werd in 1902 met een stoommachine uitgerust. In 1952 werd de zaak stopgezet; de machines werden verkocht.

Woonhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen in verzorgde helrode baksteenbouw onder pannen zadeldak. Lijstgevel in blote baksteen die verlevendigd is met versieringen zoals imitatiehoekneggen aan de gevelranden en ter accentuering van de centrale deurtravee, veelkleurige cementtegelvelden, tandfries onder de daklijst. Rechts, over twee traveeën, de poortdoorgang naar de brouwerij. Segmentbogige muuropeningen met rechte strekken en hardstenen onderdorpels. De achterliggende brouwerij is in een gelijkaardige stijl opgetrokken. Het is een gebouw in rode baksteen onder pannen zadeldak, waarvan de lijstgevels versierd zijn met doorlopende waterlijsten van de segmentbogige muuropeningen. Bewaard schrijnwerk met kleine roedeverdeling.

INDRUKWEKKENDE 18DE-EEUWSE POLDERHOEVE

Cathilleweg nr. 118. Indrukwekkende 18de-eeuwse polderhoeve van het langgestrekte type. Gelegen in de dorpskern van Stalhille, haaks op de straat. Volgens de literatuur zou de hoeve eigendom zijn geweest van de Karthuizerinnen van Brugge. Een kaart uit 1715 leert ons dat de hoeve eigendom is van Thomas de Hoedt, en in die tijd is gekend als "dHofstede Waterput". Ze wordt op deze kaart afgebeeld als een langgestrekte hoeve met drie onderdelen, namelijk opkamer van twee traveeën onder hogere nok, lager woongedeelte van twee traveeën en aansluitend volume van drie smalle traveeën waar in de zijpuntgevel het jaartal "1715" wordt weergegeven, wat vermoedelijk op de bouwdatum wijst. Deze situatie vinden we ook op het Primitieve Kadasterplan van 1830 terug, aangevuld met een groot parallel schuurvolume. In 1864 wordt de schuur afgebroken en het 18de-eeuwse volume aan oostzijde uitgebreid. In 1969 wordt het woonhuis verbouwd.

Langgestrekte hoeve met bestaande uit een opkamer van twee traveeën onder hogere nok en een laag woongedeelte van vier traveeën. Aan noordzijde, smalle aanbouwen waardoor het dak daar geknikt is en ter hoogte van de derde en vierde travee, een haakse aanbouw. Woongedeelte gecementeerd en witgekalkt, onder vernieuwde zadeldaken. Rechthoekige muuropeningen, beluikt en met 19de-eeuws schrijnwerk. Ten oosten aansluitend, een 19de-eeuwse stal in blote rode baksteenbouw, onder zadeldak (Vlaamse pannen). De literatuur vermeldt in de opkamer een natuurstenen schoorsteenmantel met tegels uit de Delftse traditie, en nissen in het kleine kamertje naast de hoogkamer.

HISTORISCHE HOEVE

Cathilleweg nr. 159. Afgebroken in 2006. Historische hoeve van het langgeveltype, gelegen op een deels omhaagd en tussen vierkante bakstenen hekpijlers toegankelijk erf gelegen aan de straat. Gezien de aanduiding op de kaart van Ferraris (1771-1778) is het hoofdvolume, bestaande uit boerenhuis en aansluitende schuur met geïncorporeerde stallen, minimaal 18de-eeuws. Het betreft een roodbruin bakstenen volume dat haaks op de straat is ingeplant en met typische bouwtechnische details zoals aandaken, muurvlechtingen in de zijpuntgevels en een opkamer met hogere daknok, deze ouderdom zeker bewijst. Boerenhuis van vijf traveeën + twee hogere opkamertraveeën onder pannen zadeldaken (Vlaamse pannen). Ongelijke rechthoekige muuropeningen met (deels) bewaarde luikduimen en vernieuwd schrijnwerk. Ten oosten bij de opkamer aansluitende schuur en stal onder zadeldak (Vlaamse pannen); centrale poort tot onder de dakrand, onregelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen, o.m. kelderopening. Witgekalkte erfgevel met grijs geschilderde plint; zijpuntgevel aan straatkant in blote baksteen. Haaks op het woonhuis, ten westen, een witgekalkt bakstenen stalvolume onder pannen zadeldak (nok // straat, Vlaamse pannen). Ook dit volume heeft wellicht 18de- en minimaal begin-19de-eeuwse kern.

TOT VILLA OMGEBOUWDE 18DE-EEUWSE HOEVE

Cathilleweg nr. 3. Gerenoveerde, tot villa omgebouwde 18de-eeuwse hoeve die tot 1975 een karakteristieke driebeukige bergschuur op het erf bezat. De hoeve heeft een eerste vermelding in een document van 1478. Een kaart van 1723 geeft een goed zicht op het oorspronkelijke L-vormige volume van de hoeve. Bij de renovatie werden de losse bijgebouwen afgebroken. Het hoofdvolume van de hoeve, zijnde het begin-18de-eeuwse boerenhuis met haaks geplaatste hoogkamer van twee traveeën, werd bewaard. Aansluitend bij het boerenhuis, de stal en het bakhuis, aan straatkant gelegen. Rode bakstenen gebouwen onder pannen zadeldaken, oorspronkelijk wit gekalkt. Segmentbogige muuropeningen met nieuw schrijnwerk.

VOORMALIGE GEMEENTESCHOOL

Cathilleweg nrs. 38_1, 38_2, 38_3. Voormalige gemeenteschool van Stalhille, samen met dit opschrift in een cartouche ook gedateerd "ANNO 1874". Opgetrokken volgens hetzelfde plan en bestek als de gemeentescholen in de naburige gemeenten Snellegem, Zerkegem en Varsenare. De typeplannen werden opgemaakt door de Provinciaal Bouwmeester, in die tijd Pierre François Buyck (Brugge).

De gemeenteschool bestaat uit het neoclassicistische huis voor de onderwijzer aan de straatkant, met haaks aangebouwd, achterliggend klassengebouw met speelplaats. Oorspronkelijk was de woning geflankeerd door lage, qua gevelafwerking aansluitende schoolgebouwen, die afgebroken zijn om rechts plaats te maken voor de gemeentelijke gemeenschapszaal "Swaenburg".

Onderwijzerswoning langs de straat, baksteenbouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder pannen schilddak. Typische, herkenbare opbouw als dubbelhuis met neoclassicistische bepleisterde lijstgevel gekenmerkt door kordonlijsten, hoekkettingen, licht getoogde vensteropeningen met sluitsteen en rondboogdeur met opvallende geblokte omlijsting. Dakbedekking en schrijnwerk vernieuwd. Klasgebouw in gele baksteenbouw onder zadeldak.

CAFÉ 'T OUD GEMEENTEHUIS

Cathilleweg nr. 88. Café "'t Oud Gemeentehuis", gelegen in de dorpskern van Stalhille, vlakbij de parochiekerk. Hier gingen in de tweede helft van de 20ste eeuw tot aan de fusie in 1977 de gemeenteraadszittingen door.

Sinds het begin van de 19de eeuw wordt op deze plaats een herberg uitgebaat, in combinatie met een smidse op het binnenerf. In 1874 worden de woon- en herbergvolumes aan straatkant volledig heropgebouwd, om in 1958 uiteindelijk met het volume van de smidse uitgebreid te worden. Het huidige gebouw bestaat uit een dubbelhuis van vijf traveeën en anderhalve bouwlaag, met links aansluitend een laag (verbouwd) volume van drie traveeën. Donkere baksteenbouw onder pannen zadeldaken, voorgevels gecementeerd, met doorlopende onderdorpels van de tussenverdieping. Segmentbogige muuropeningen met bewaard traditioneel schrijnwerk en luiken.