27085 - 7/12/2017 - Gemeenteraad - Beslissing 4 december 2017 - Bevolking-Burgerlijke Stand - vaststelling reglement inwendig bestuur voor het onderzoek naar de werkelijke verblijfplaats van personen op het grondgebied



Op basis van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 (en latere wijzigingen), artikel 42, §3, stelt de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vast. Onverminderd de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van politieverordeningen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies en op het inwendig bestuur van de gemeente.

Overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 (en latere wijzigingen) betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, stelt de gemeenteraad bij verordening de nadere regels vast hoe het onderzoek naar de reële verblijfplaats van een persoon wordt uitgevoerd en hoe het verslag van het onderzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt opgemaakt.

Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, artikel 12

Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende het bevolkingsregister, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen

Gelet op het Koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister (en latere wijzigingen)

Gelet op het Koninklijk besluit van 9 maart 2017 tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende de materies inzake de bevolkingsregisters, het Rijksregister en de identiteitskaarten

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2008 betreffende de aantekeningen in het register voor de bekendmaking van de reglementen en verordeningen van de gemeenteoverheden

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 6 december 1993 betreffende verordening betreffende het onderzoek naar de verblijfplaats van personen of gezinnen op het grondgebied van de gemeente en het verslag hieromtrent

Het hogervermelde koninklijk besluit van 16 juli 1992 (en latere wijzigingen) bepaalt in artikel 7 §5 dat er een onderzoek naar de reële verblijfplaats wordt uitgevoerd door de lokale overheid. In de Algemene Onderrichtingen betreffende het houden van de bevolkingsregisters van 2 mei 2017 wordt dit onderzoek in beginsel toevertrouwd aan de lokale politie.

Voor een goede samenwerking tussen de lokale politie en het gemeentebestuur worden hiertoe formele afspraken gemaakt omtrent de uitvoering van het onderzoek naar de werkelijke verblijfplaats van personen en gezinnen op het grondgebied van de gemeente. Dit in overeenstemming met de omzendbrief van 30 augustus 2013 met betrekking tot de aandachtspunten voor een correcte registratie in de bevolkingsregisters, het oordeelkundig toepassen van de afvoering van ambtswegge en de strijd tegen domiciliefraude, sociale fraude en fiscale fraude.

De uitgevoerde controles en de vaststellingen ter plaatse worden genoteerd in een schriftelijk verslag.

BESLUIT :

Artikel 1:
Het reglement van inwendig bestuur voor het onderzoek naar de werkelijke verblijfplaats van personen op het grondgebied wordt vastgesteld zoals hieronder:

“Reglement van inwendig bestuur voor het onderzoek naar de werkelijke verblijfplaats van personen op het grondgebied

Inschrijving naar aanleiding van een aangifte van verblijfsverandering

Artikel 1
Wanneer een persoon of een gezin heeft verklaard hun hoofdverblijfplaats te hebben gevestigd of gewijzigd op het grondgebied van de gemeente, gaat de lokale politie de realiteit ervan na binnen de wettelijke termijn.

Artikel 2
De inspecteur van de lokale politie gaat ter plaatse de identiteit na van de aangevers, de referentiepersoon en eventueel andere bewoners.
De inspecteur stelt een onderzoeksverslag op met minimaal volgende gegevens :
- Type woning.
- De datum en het uur waar de uitgevoerd controle(s) heeft (hebben) plaatsgevonden
- De elementen waaruit het hoofdverblijf op het desbetreffend adres al dan niet kan worden afgeleid.
- De controle van de gezinssamenstelling.
- De personen die nog steeds op jet adres staan ingeschreven maar er niet langer hun hoofdverblijfplaats hebben. Dit met het oog op een mogelijke afvoering van ambtswege.
- Bij een verzoek tot inschrijving van een niet-ontvoogde minderjarige dienen verschillende bezoeken ter plaatse te gebeuren indien er een conflict bestaat tussen de personen met het ouderlijk gezag. Deze bezoeken zijn gespreid over een langere periode en beperken zich niet tot de schoolvakanties.
- De conclusies van het onderzoek.
- De datum waarop het verslag is opgesteld en de ondertekening van het verslag.
- De naam en handtekening van de referentiepersoon.
- De naam en handtekening van de inspecteur die het onderzoek heeft uitgevoerd.

Artikel 3
Indien het onderzoek naar de reële verblijfplaats geen voldoende elementen oplevert om een besluit te trekken, moet een bijkomend onderzoek ingesteld worden en moet de betrokken persoon bewijselementen ter zake aanbrengen om zijn inschrijving op het adres te staven.

Artikel 4
Het college van burgemeester en schepen kan bepaalde instellingen vrijstellen van het woonstonderzoek en legt de werkwijze vast hoe een verblijfsverandering zonder woonstonderzoek verloopt.

Inschrijving van ambtswege

Artikel 5
Indien de lokale politie of het gemeentebestuur er kennis van heeft dat een persoon of een gezin zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd zonder dit aan te geven, nodigt het gemeentebestuur de betrokkene(n) uit om deze aangifte te doen. Wanneer er geen gevolg gegeven wordt aan deze oproep, dan voert de inspecteur een onderzoek ter plaatse uit.
De inspecteur stelt een onderzoeksverslag op met minimaal volgende gegevens:
- De data en de uren waarop de uitgevoerd controles hebben plaatsgevonden. Er dienen minimum 3 onderzoeken te gebeuren op verschillende tijdstippen tenzij betrokkene(n) akkoord is (zijn) om zich te domiciliëren op dit adres.
- De elementen waaruit het hoofdverblijf op het desbetreffend adres al dan niet kan worden afgeleid.
- De controle van de gezinssamenstelling.
- De personen die nog steeds op het adres staan ingeschreven maar er niet langer hun hoofdverblijfplaats hebben. Dit met het oog op een mogelijke afvoering van ambtswege.
- De conclusies van het onderzoek.
- De datum waarop het verslag is opgesteld en de ondertekening van het verslag.
- De naam en handtekening van de inspecteur die het onderzoek heeft uitgevoerd.

Artikel 6
Indien uit het onderzoek blijkt dat de personen of het gezin hun hoofdverblijfplaats hebben op het adres zonder hiervan aangifte te doen, dan gaat het college van burgemeester en schepenen over tot inschrijving van ambtswege.

Artikel 7
De gemotiveerde beslissing met daarin de wettelijk bepaalde beroepsmogelijkheden, wordt hen per aangetekende brief betekend.

Afvoering van ambtswege

Artikel 8
Indien een persoon zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd op een ander adres zonder hiervan aangifte te doen en het gemeentebestuur slaagt er niet in de nieuwe hoofdverblijfplaats op te sporen, dan voert het college van burgemeester en schepenen de persoon van ambtswege af. Deze afvoering gebeurt op basis van een verslag van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit verslag bevat een politieonderzoek en eventuele ander bewijsstukken.
De inspecteur stelt een onderzoeksverslag op met minimum volgende gegevens :
- De data en de uren waarop de uitgevoerd controles hebben plaatsgevonden. Er dienen minimum 3 onderzoeken te gebeuren over een periode van maximum 2 maanden. De inspecteur laat een bericht na in de brievenbus met de vraag contact op te nemen met betrekking tot het lopende onderzoek. Indien een nieuw adres volledig gekend is of indien nieuwe inwoners werden ingeschreven volstaat één controle.
- De elementen op basis waarvan al dan niet kan worden opgemaakt dat de persoon geen verblijfplaats meer heeft op het adres en dat zijn nieuwe hoofdverblijfplaats onbekend is.
- De conclusie van het onderzoek.
- De datum waarop het verslag is opgesteld en de ondertekening van het verslag.
- De naam en handtekening van de inspecteur die het onderzoek heeft uitgevoerd.
De inspecteur stelt alles in het werk om de nieuwe verblijfplaats te achterhalen.

Gerichte controles

Artikel 9
Op verzoek van het gemeentebestuur of op eigen initiatie, kan de lokale politie gerichte controles uitvoeren wanneer het vermoeden bestaat van fictieve inschrijvingen, niet-aangegeven aanwezigheden of onregelmatigheden in gezinssamenstelling. Deze controle betreft alle bewoners van het gebouw. De inspecteur doet het nodige om wijzigingen of onregelmatigheden zo snel mogelijk te melden aan het gemeentestuur. Hij noteert zijn bevindingen in een onderzoeksverslag.
Het onderzoeksverslag bevat minimaal volgende gegevens :
- De data en de uren waarop de uitgevoerde controles hebben plaatsgevonden. Er dienen minimum 2 onderzoeken te gebeuren op verschillen tijdstippen. Bij twijfel zijn meerdere onderzoeken noodzakelijk.
- Een gedetailleerde beschrijving van de bezetting van het gebouw (indien nodig)
- Vermelding van de personen die nog steeds op het adres staan ingeschreven maar er niet langer hun hoofdverblijfplaats hebben. Dit met het oog op een mogelijke afvoering van ambtswege.
- Vermelding van de personen die op het adres verblijven zonder inschrijving. Dit met het oog op een mogelijke ambtshalve inschrijving.
- De gezinssamenstelling moet feitelijk worden gecontroleerd.
- De conclusies van het onderzoek.
- De datum waarop het verslag is opgesteld en de ondertekening van het verslag.
- De naam en handtekening van de inspecteur die het onderzoek heeft uitgevoerd.

Afschrijving naar het buitenland

Artikel 10
Wanneer een persoon of een gezin heeft verklaard hun hoofdverblijfplaats te vestigen in het buitenland, gaat de lokale politie de realiteit ervan na.
Het onderzoeksverslag bevat minimaal volgende gegevens :
- De data en de uren waarop de uitgevoerde controles hebben plaatsgevonden
- Vermelding van de personen die effectief naar het buitenland vertrokken zijn.
- Duidelijke en gedetailleerde beschrijving van de elementen waaruit blijkt dat de aangever(s) niet vertrokken is/zijn naar het buitenland.
- De datum waarop het verslag is opgesteld en de ondertekening van het verslag.
- De naam en handtekening van de inspecteur die het heeft uitgevoerd.”

Artikel 2:
De verordening van de gemeenteraad van 6 december 1993 betreffende het onderzoek naar de verblijfplaats van personen of gezinnen op het grondgebied van de gemeente en het verslag hieromtrent wordt opgeheven.